|
Giulio Cesare
Curio, Romeinse officier
Cornelia, vrouw van Pompeo
Sesto, zoon van Cornelia
Cleopatra, koningin van Egypte
Nireno, vertrouweling van Cleopatra
Tolomeo, koning van Egypte, broer van Cleopatra
Achilla, raadsheer van Tolomeo
|
|
Sarah Connolly
Alexander Ashworth
Patricia Bardon
Angelika Kirschlager
Danielle de Niese
Rachid Ben Abdeslam
Christophe Dumaux
Christopher Maltman
|
|
Achtergrond
Royal Academy
Giulio Cesare (naar Giulio Cesare in Egitto van
Giacomo Francesco Bussani) behoort met Ottone, Tamerlano
en Rodelinda tot de beste opera's van Handel in de
eerste jaren van zijn directeurschap aan de
Royal Academy in het Haymarket Theatre
(1720-1734). Hij was zijn concurrent Bononcini
kwijt wiens beschermheer wegens opstandige (Jacobitische)
activiteiten in de gevangenis was gezet. Maar
het grootste succes was toch te danken aan de
twee topsolisten, de castraat Senesino (zie
afbeelding hiernaast) en de sopraan Cuzzoni die
een jaar later ook zouden optreden in Rodelinda. Ook
moet vermeld worden dat het libretto van Niccoló
Haym beter in elkaar stak dan de eerdere opera's
van Handel die geschreven waren door Paolo Rolli
die zich graag liet voorstaan op zijn literaire
kwaliteiten maar wiens libretto's vaak onlogisch
in elkaar staken en waarin de vele intriges niet
altijd even transparant over het voetlicht
kwamen.
Enscenering
Giulio Cesare was de eerste Handelopera
die in het jaarlijkse festival van Glyndebourne
werd uitgevoerd. Het sloeg in als een bom. De
referentie naar het Britse koloniale rijk dat in
1882 Alexandrië
veroverde was een meesterzet: Caesar landde twee
eeuwen eerder ook in Alexandrië.
De Glyndebourne-opera begint dan ook met de
landing van de vloot in de haven van Alexandrië.
Kleding en decor zijn volledig afgestemd op de
betreffende koloniale tijd. Ondanks de
beladenheid daarvan is de opera geen tragedie,
eerder een tragikomedie. Met name Danielle de
Niese als Cleopatra dwingt dit af met haar
luchtige spel.
Handel en het libretto
Handel heeft waarschijnlijk meermalen het
libretto aangepast. Zo ook in Giulio Cesare. De
opkomst in de openingsscène
met een cavatino (korte instrumentale
introductie) wijkt sterk af van het
oorspronkelijke libretto dat met een recitatief
begon. Handel laat Caesar opkomen in een
marstempo en laat de eindtoonsoort van de
ouverture (A majeur) overgaan naar zijn dominant D
majeur, de meest open toonsoort die o.a. ook in
de folkmuziek gebruikt wordt als er massaal
gedanst wordt.
Stemmingen en toonsoorten
Als Cornelia, de vrouw van de vermoorde Pompeius,
opkomt, zingt ze haar aria in D majeur, een
toonsoort die ogenschijnlijk totaal niet past
bij haar gemoedstoestand. Waarom doet Handel
dat? Met deze toonsoort wil Handel laten horen
dat Cornelia in wezen een sterke vrouw is met
een eigen wil en een vitaal karakter. Als Caesar
onverwacht het hoofd van Pompeius op een schaal
krijgt aangereikt, vindt hij dat zo ongepast in
het bijzijn van diens vrouw Cornelia dat hij
onmiddellijk van toonsoort verandert. Het
overwinnaarsgevoel in D majeur verandert in de
schaamte van C mineur, de toonsoort van de
treurnis. Zo speelt Handel met de omslag van de
stemmingen, de sterkte of zwakte van het
innerlijk en de ontwikkeling van het personage.
Dit laatste komt het meest tot uiting in de rol
van Cleopatra. Om de bijzondere persoonlijkheid
van deze vrouw te benadrukken gebruikt Handel de
toonsoort E majeur met vier kruisen in haar
belangrijkste aria's. Slechts één aria staat in
mineur, terwijl de koningin van Egypte toch alle
reden heeft om in mineurstemming te verkeren.
Maar ze is geen gewone vrouw, ze is een
uitzonderlijke vrouw die op zijn minst vier
kruisen verdient (toonsoort E).
|
|
Synopsis
Akte 1
Giulio Cesare
heeft zijn rivaal (aanvankelijk compagnon)
Pompeo verslagen en arriveert met zijn leger
in Egypte. Pompeo zoekt steun bij de koning van
Egypte Tolemeo maar die wil liever in het gevlei
komen van Cesare. Hij onthoofdt Pompeo en laat
het hoofd door zijn raadsheer (luitenant?)
Achilla naar Cesare brengen. Die luistert op dat
moment naar Cornelia, de vrouw van Pompeo, die
genade wil voor haar man. Op het moment dat
Cesare daarin toestemt op voorwaarde dat alleen
hij als leider van Egypte wordt erkend, wordt
het hoofd binnen gebracht. Cesare en Cornelia
zijn beide ontsteld door de ondoordachte daad
van Tolemeo.
Curio, de luitenant van Cesare en
verliefd op Cornelia, zint samen
met Sesto, de zoon van Cornelia, op wraak.
Cleopatra zoekt contact met Cesare in de hoop
dat hij haar zal steunen om koningin van Egypte
te worden. Ze verkleedt zich als meid en gaat
naar het kamp van Cesare. Beide worden verliefd
op elkaar.
Als Cesare met Cornelia Tolemeo bezoekt, raakt
Tolemeo onder de indruk van Cornelia die hij
echter aan Achilla heeft beloofd .
Akte 2
Cleopatra gebruikt al haar charmes om Cesare te
verleiden. Achilla doet er alles aan om Cornleia
het hof te maken, net als Tolemeo. Cornelia
wijst beide af.
Sesto wil zijn vader wreken en valt
Tolemeo aan.
Cleopatra is op de hoogte van de moordplannen
van haar broer en waarschuwt Cesare. Ze doet
haar vermomming af en maakt zich bekend. Cesare
besluit echter het gevecht met de moordenaars
die in aantocht zijn aan te gaan.
Telemeo probeert zich te ontdoen van Sesto als
Achilla komt melden dat Cesare in zee is
gesprongen en is omgekomen.
Akte 3
Cleopatra geeft haar leger het bevel om samen
met het Romeinse leger dat van haar broer
Tolemeo aan te vallen. Tolemeo weet echter te
winnen en neemt zijn zus gevangen. Hij geeft
opdracht haar terecht te stellen.
Cesare blijkt nog te leven en wil Cleopatra en
Cornelia redden uit de handen van Tolemeo. Het
lukt hem Cleopatra vrij te krijgen. Sesto heeft
ondertussen Tolemeo, die zijn moeder probeerde
te verleiden, gedood.
Cesare en Cleopatra komen zegevierend Alexandrië
binnen. Cesare kroont Cleopatra tot koningin van
Egypte en belooft haar de steun van Rome.
|