Achtergrond
Il trionfo del Tempo
is Händels allereerste oratorium (wereldpremière
in 1707) en moet niet verward worden met zijn
latere bewerking in het Engels, waarvoor de
componist het woord ‘desillusie’ verving door
‘waarheid’. Het verhaal is simpel: Plezier
probeert Schoonheid weg te houden van Tijd en
Desillusie, waardoor Schoonheid gedurende twee
aktes in wanhopige toestanden verkeert. Dat het
libretto door een kardinaal geschreven is,
blijkt duidelijk uit de prekerige toon.
In een aaneenschakeling van
aria’s, duetten en recitatieven wordt gezongen
over verleiding en waarheid. Dat kan op een
gegeven moment eentonig gaan klinken, maar deze
enscenering creëerde met zinderende popbeelden
op het podium een opzwepend contrast met de
muziek.
Warlikowski staat bekend om zijn provocerende
producties. Soms worden die als vulgair gezien,
maar hier hield hij zich in. Dat hij een
contrast zocht tussen de oude muziek en het
hedendaagse nachtleven, werd meteen duidelijk
tijdens de openingssonate, waarin een jongeman
uitdagend over het toneel danste. Later zouden
we hem met een bloedneus, overleden aan een
overdosis, op het toneel zien liggen.
Geprojecteerde beelden van pillen slikkende,
feestende jonge schoonheden voorspelden verder
de teloorgang van Schoonheid.
Het decor bestond uit een bioscoopzaal, in
tweeën gedeeld door een doorzichtige catwalk met
dansende jeugd. Eén voor één namen stijlvol
geklede jongeren plaats en staarden naar het
publiek. Gezien het oudere operapubliek leek
Warlikowski ons in de rollen van tijd en
desillusie te willen plaatsen, tegenover de
schoonheid op het podium. Kijken we jaloers of
met medelijden? Willen we uiteindelijk het
liefst jong blijven en mooi zijn? Te midden van
het chique Franse publiek scherpe vragen.
Bron: David
Pinedo,
www.operamagazine.nl 9 augustus 2016
Händel nam het
nummer Lascia la spina mee naar Rome
uit Hamburg, waar hij het eerder gebruikte als
dansstuk in zijn opera Almira. Het
beviel zo goed dat hij de aria later nog eens
inzette in zijn opera Rinaldo.
Tot Händels reisbagage hoorden ook
Voglio cangiar en Crede l'uom,
aria's die in oorsprong helemaal niet van Händel
waren maar van de Duitser Reinhard Keiser. De
pikkertjes zijn als vanzelf tot sierlijke Händel
geworden.
Grote, gedragen Händel zit in de altaria Piú
non cura. Flitsende Händel is te vinden in
de tenoraria È ben folle (de Tijd); nog
schitterender in Un pensiero nemico,
waarin Schoonheid de tijd uitlacht. Van
bijzondere schoonheid is Schoonheids slotaria
Tu del Ciel, waarin de ziel ten hemel
vaart in de vorm van Arcangelo Corelli - althans
in een ijle solovioolpartij.
Een aparte voetnoot zit in een Sonata in deel 1.
Het kan niet anders of de jonge Händel heeft
hier zichzelf in beeld gebracht als speler. Het
is een mini-orgelconcert, volgend op de woorden:
'Wat hoor ik daar?'. En gevolgd door de
zinsnede: 'Een sierlijke jongeman'. Nu weten we
waar Hitchcock dat trucje vandaan had.
Bron: Roland de Beer, De Volkskrant, 26 juli
2007
|
|
Synopsis
EERSTE DEEL
De allegorische figuur Bellezza (Schoonheid)
bekijkt zichzelf in een spiegel, vol twijfels
over hoe lang ze nog van haar charmes kan
genieten. De fluisteringen van Piacere (Plezier)
verjagen aanvankelijk haar zorgen, maar Tempo
(Tijd) en Disinganno (Ontgoocheling) strijden om
schoonheid te in het "ware genot" van een
onthouding te brengen.
De argumenten veranderen snel na elkaar: Piacere
prijst de onzorgvuldigheid van de jeugd, Tempo
schildert de gruwelijke gevolgen van
vergankelijkheid, terwijl Disinganno de weg naar
de deugd wijst. De centrale scène van het eerste
deel is gewijd aan de wereld van het plezier.
Bellezza is onveilig gemaakt omdat Tempo en
Disinganno - ondanks alle beloften van Piacere -
er steeds weer in slagen haar aan het denken te
zetten met hun argumenten.
TWEEDE DEEL
Tempo onthult Bellezza het rijk van de waarheid.
In eerste instantie sluit Bellezza haar ogen,
maar steeds sterker wordt ze geconfronteerd met
de gedachte aan haar vergankelijkheid. Ze doet
afstand van alle sieraden, vernietigt de
bedrieglijke spiegel die haar eeuwige schoonheid
belooft en vervloekt het feit dat ze ooit
plezier heeft gekend. Als non wil ze haar leven
eenzaam beëindigen in een afgelegen klooster. In
haar afsluitende aria vraagt ze de gekozen
ambassadeur van de hemel om hulp.
|