vorige opera      volgende opera

 

The Fairy-Queen (1692)

Henry Purcell
libretto naar A Midsummer Night's Dream van William Shakespeare

Glyndebourne Festival 2009

Orchestra of the Age of Enlightment olv William Christie

Regie Jonathan Kent 








     



     









































Theseus, hertog van Athene - William Gaunt
Egeus, vader van Hermia - Terrence Hardiman
Hermia, verliefd op Lysander - Susannah Wise
Lysander, verliefd op Hermia - Oliver Kieran Jones
Helena, verliefd op Demetrius - Helen Bradbury
Demetrius, uitgehuwelijkt aan Hermia- Oliver le Sueur

Bottom, wever - Desmond Barrit
Flute, balgmaker - Robert Burt
Quince, timmerman - Paul McCleary
Snout, ketellapper - Jack Chissick
Snug, meubelmaker - Brian Pettifer
Starveling, kleermaker - Roger Sloman

Oberon, koning van de elfen - Joseph Millson
Titania, koningin van de elfen - Sally Dexter
Puck, dienstknecht van Oberon - Jothan Annan
Wisselkind - Taliesin Knight

Miriam Allen, Lucy Crowe, Claire Debono, Anna Devin, Helen-Jane Howells, Rachel Redmond, Carolyn Sampson (sopraan)

Robert Burt, Sean Clayton, Ed Lyon, Adrian Ward (tenor)
Lukas Kargl, John Mackenzie (bariton)
Desmond Barrit, Andrew Forster-Williams (bas)

























































 

Achtergrond

The Fairy-Queen bevat verschillende verhaallijnen. Drie verhaallijnen komen uit A Midsummer Night's Dream van William Shakespeare, dat de basis vormt van deze semi-opera :
- het Griekse verhaal over het lot van Hermia
- de opvoering van Pyramus en Thisbe
- de verwikkelingen tussen Oberon en Titania.
Daarnaast zijn er de masques (muzikale tussenspelen) waarin op allegorische wijze wordt aangehaakt bij deze drie verhaallijnen. Ze zijn gecomponeerd door Henry Purcell.

D
e masque

The Fairy-Queen is een semi-opera. Dat wil zeggen dat er niet altijd gezongen wordt. Er wordt toneelgespeeld, gedanst en gezongen. Het is eigenlijk muziektheater. Wat we zien, is een toneelstuk van Shakespeare dat is bewerkt om ruimte te creëren voor intermezzo's, vergelijkbaar en mede beïnvloed door de Italiaanse intermedii aan het hof van de Medici. De intermezzo's werden in die tijd masques genoemd, maskerades.
De masque stamt oorspronkelijk uit de Middeleeuwen. Het is een verkleedstuk, vaak met maskers, dat werd opgevoerd bij een speciale gelegenheid. Bijvoorbeeld een feestdag of de inhuldiging van een nieuwe vorst. Oorspronkelijk kwam het uit Itali
ë. Via Frankrijk kwam het in Engeland terecht waar het veel gebruikt werd.

Pyramus en Thisbe
Een stuk dat bij trouwpartijen heel vaak werd uitgevoerd, was Pyramus en Thisbe, een oosters verhaal over twee geliefden uit Babylon die naast elkaar wonen. Tussen de tuinen van de twee huizen zit een spleet in de muur, waardoor zij smachtend elkaars lippen zoeken. Hun ouders hebben elk contact verboden. Zij besluiten elkaar in het geheim te ontmoeten op een plek waar niemand hen zal zoeken.

Henry Purcell (± 1659 - 1695)
Henry Purcell is geboren rond 1659. Zijn vader was lid van het Chapel Royal, het koninklijk muziekensemble. Henry bleek ook erg muzikaal en kreeg een gedegen muziekopleiding. Rond zijn achtste componeerde hij al een eerste composities.
Aanvankelijk componeerde Purcell vooral religieuze muziek. Hij bleek een enorme virtuositeit te bezitten en experimenteerde met allerlei muziekeffecten zoals het naspelen van vogels en het muzikaal aankleden van de tekst, wat typerend is voor de muziek uit die tijd, de barokmuziek. Als in de tekst bijvoorbeeld het woord low voorkomt, wordt voor dat woord een lage noot gekozen.
Naast gewone liederen (waaronder pastorale maar ook obscene drankliederen met winden en boerpartijen) schreef Purcell diverse welkomstliederen en lofzangen ter gelegenheid van grote gebeurtenissen zoals de troonsbestijging van William en Mary na de Glorious Revolution in 1689 en voor de verjaardag en kort daarna voor de begrafenis van Queen Mary. Kort daarna overleed hij zelf op 36-jarige leeftijd.

In de muziek van Purcell zijn veel Franse en Italiaanse invloeden merkbaar. Typisch Frans zijn de dansante, elegante vormen in zijn muziek. Uit Itali
ë nam hij het belcanto en de harmonie over van de vroege opera's en de madrigalen van Monteverdi.

Hoewel Purcell steeds meer voor toneel ging schrijven, heeft hij maar
één volledige opera geschreven: Dido en Aeneas, een korte kameropera. Daarnaast heeft hij vijf semi-opera's. Na Purcell zijn er amper nog opera's geschreven. Pas toen Händel in 1711 naar Londen kwam, waren er weer (Italiaanse) opera's te zien.

De uitvoering

De regisseur, Jonathan Kent, heeft gekozen voor een eigentijdse aanpak die toch dicht bij het origineel staat. Het is een typisch Engels stuk, waarover hij zegt: In geen enkel ander land, alleen in Engeland kan zo'n stuk gemaakt worden. Tederheid en platvloersheid, ze passen hier gewoon bij elkaar. Hij noemt het de twee zijden van de Engelse medaille. Hij deinst er ook niet voor terug om stijlen uit verschillende perioden te mixen alsof het vanzelfsprekend is: 17e eeuwse pruiken met 20-eeuwse overalls, 17e eeuwse muziek met moderne dansen.
In het oorspronkelijke stuk komen in de laatste akte een Chinese man en vrouw voor die de natuur bezingen. Dat was gedaan als verwijzing naar het Chinese porselein dat Queen Mary verzamelde. Voor ons is dat nu minder interessant. Daarom heeft de regisseur gekozen voor Adam en Eva die de natuur bezingen.

Wat de muziek betreft, heeft dirigent William Christie gezocht naar een eigen uitvoerings- en begeleidings-praktijk. In de partituur staan geen aanwijzingen wie de zangers moeten begeleiden. Dat hing af van de muzikanten die op dat moment voorhanden waren. De begeleiding bestaat slechts uit
één melodielijn die steeds opnieuw wordt gearrangeerd voor alle instrumenten van het orkest. De dirigent bepaalt welk instrumenten de lofzang, het treurlied of de dans begeleiden, alsook welk instrument het best bij een scène past, in welk tempo het gespeeld wordt, waar een vertraging op zijn plaats is en waar zowel muzikanten als zangers een versiering aan kunnen brengen.

Synopsis

Akte 1
Koning Theseus moet een uitspraak doen over Hermia, de dochter van Egeus, die niet wil trouwen met Demetrius die door haar vader is uitgekozen. Zij wil trouwen met Lysander. Maar de Atheense wet schrijft voor dat vaders wil altijd wet is. Daarop besluiten Hermia en Lysander te vluchten en elkaar de komende nacht te treffen in het bos. Ze vertellen dat tegen Helena, de vriendin van Hermia, die nog steeds verliefd is op Demetrius (die dus aan Hermia is uitgehuwelijkt). Helena vertelt dat door aan Demetrius om bij hem in het gevlei te komen. Alle twee besluiten ze om 's nachts ook naar het bos te gaan.
Ter gelegenheid van het aanstaande huwelijk komt een groep werklui samen. Zij gaan op de trouwdag het verhaal van Pyramus en Thisbe spelen en spreken af dat ze de komende avond in het bos bij elkaar komen.

Tussenspel
Een van de werklui zingt een dronkemanslied, aangemoedigd door de elfen die onzichtbaar zijn voor gewone mensen.


Akte 2
Oberon en Titania, de koning en de koningin van de elfen, komen 's nachts te voorschijn om zich samen met de elfen te vermaken. Titania heeft uit India een arm kind meegenomen om op te voeden, een zogenaamd wisselkind (in het Engels een changeling), en wil dat verbergen voor Oberon die dat kind graag wil hebben als huisknechtje. Oberon geeft zijn dienstknecht Puck de opdracht een bloem met een speciaal wondermiddel te plukken. Daarmee wil hij Titania betoveren.

Tussenspel
Vier allegorische figuren van de nacht (de nacht zelf, het mysterie, het geheim en de slaap) worden vertolkt door de vier zangstemmen sopraan, alt, tenor en bas en zingen prachtige liederen in een bijzondere aankleding, begeleid door het koor van dansende elfen.

Akte 3
In deze akte zien we hoe de verschillende plannetjes uitpakken.
- Oberon heeft zijn toverbloem gebruikt om de fairy queen te misleiden.
- Puck, de dienstknecht van Oberon, besluit een handje te helpen door twee schoenen en zijn eigen toverkracht te gebruiken.
- De werklui beginnen aan de repetities voor Pyramus en Thisbe.
- En de liefde tussen de vier geliefden gaat alle kanten op behalve de goede.
Kortom, het wordt een dolkomisch bedrijf.

Tussenspel
De liefde wordt op typisch Engels-komische maar ook ontroerende wijze bezongen.
Onder andere met het bekende lied If love's a sweet passion, why does it torment? Als liefde een zoete passie is, waarom doet het dan zo'n pijn?

Akte 4
In deze akte zien we wat de gevolgen zijn van het spel van Oberon en hoe dat allemaal goed afloopt. Want dat het goed afloopt, is bij dit soort stukken van tevoren duidelijk. Allen hoe gebeurt dat en voor wie loopt het goed af?

Tussenspel
De vierde akte eindigt met een masque over de nieuwe dag. De god Phoebus verschijnt, de zon komt op en vier zangers bezingen de seizoenen. Daarbij zult u weer de bas horen die zojuist dat prachtige Hush no noise zong. Hij bezingt de winter op een manier waar je echt koude rillingen van krijgt.

Akte 5
In de laatste akte wordt de bruiloft gevierd en kijken we naar de opvoering van Pyramus en Thisbe.

Tussenspel
De laatste masque is grootser dan alle andere in dit stuk.
- Het begint met een tweevoudig instrumentaal stuk: een air en een prelude,
- gevolgd door een lied voor sopraan die de geliefden bezingt
- en een andere sopraan die de schitterende klaagzang Let me weep zingt over wat de liefde ook aan narigheid teweeg kan brengen.
- Daarna volgen twee instrumentale dansen,
- gevolgd door Adam en Eva die het ontstaan van de wereld bezingen,
- waarna twee vrouwen met het koor een triomflied over het huwelijk zingen,
- en de masque wordt afgesloten met Hymen de god van het huwelijk, die samen met de solisten en het koor zijn licht laat schijnen op alle geliefden van de wereld met de woorden

Every time the Sun shall display his Rising Light,
It shall be to them an new Wedding-Day;
And when he sets, a new Nuptial-Night.