|
Orlando, ridder van Karel de
Grote
Alcina, tovenares
Angelica, Chinese prinses
Ruggiero, Saraceense ridder
Bradamante, christelijke ridder (v)
Astolfo, Engelse ridder
Medoro, Afrikaanse ridder
|
|
Marie-Nicole Lemieux
Jennifer Larmore
Veronica Cangemi
Philippe Jaroussky
Kristina Hammerström
Christian Senn
Romina Basso
|
|
Achtergrond
Venetië
in de tijd van Vivaldi
Voor Orlando furioso gaan we terug naar het
Venetië uit de
tijd van Antonio Vivaldi (1678-1741) die het
grootste deel van zijn leven gewoond en gewerkt
heeft in deze carnavalsstad. Met name tijdens de
carnavalstijd, die van december tot februari
duurde, waren de grote opera's te zien in maar
liefst meer dan 15 theaters die betaald werden
door de rijke adel om daar extra eer mee te
behalen! In de barok zijn opera's aan de lopende
band geschreven, de productie van musicals in
onze tijd valt erbij in het niet.
In de carnavalstijd ging liep iedereen met een
masker op. Zo ging men ook naar het theater.
Niemand kon zien wie je was. Ook in deze opera
zien we aanvankelijk personen met maskers op. De
regisseur laat die maskers tevens fungeren als
het vizier van een helm. Ridders doen namelijk
pas op het laatste moment hun vizier open om
elkaar dan pas te herkennen. De hele opera ademt
de sfeer van een maskerade: het is niet wat het
lijkt, of toch wel?
Het boek
De opera Orlando furioso is een bewerking
van het boek Orlando furioso dat 200 jaar
eerder werd geschreven door
Ludovico Ariosto.
Een onbeantwoorde liefde die de dapperste en
nobelste ridder uit het leger van Karel de Grote
tot waanzin drijft: dat is slechts een van de
hoofdlijnen in Orlando furioso. Even
gemakkelijk als de personages in dit epos van de
Hebriden naar China of zelfs naar Nederland
reizen, zo gemakkelijk springt Ariosto ook van
de middeleeuwen naar de renaissance en weer
terug. Ariosto laat zijn lezers verdwalen in een
labyrint vol absurde avonturen. Het uit ruim
4800 achtregelige strofen bestaande epos is als
het ware een vervolg op het twaalfde-eeuwse
Chanson de Roland.
Ariosto springt op
levendige wijze heen en weer in de tijd en
schrijft over dichters, schrijvers en beeldend
kunstenaars, over oorlogen, over de duivelse
uitvinding van het buskruit, over de wijze
waarop de mens in de Renaissance over het
universum dacht, over de grote
ontdekkingsreizen, ja, zelfs over een reis naar
de maan.
In Nederland is de
Orlando Furioso
maar
één keer in zijn geheel vertaald in
proza, door Jan Jacobszoon Schipper in 1649.
Grotere of kleinere gedeelten zijn in verzen
vertaald door onder andere Nicolaas Beets.
Ike Cialona heeft dit
zestiende-eeuwse epos enkele jaren geleden in
zijn geheel op rijm vertaald.
Basis voor veel opera's
Diverse componisten hebben
Orlando
furioso als uitgangspunt genomen voor het
schrijven van een of meer opera's. Vivaldi heeft
ook nog Orlando finto pazzo geschreven.
Händel heeft er
zelfs drie opera's aan gewijd met telkens een
ander onderdeel uit het verhaal.
Lully en
Piccini hebben er hun Roland aan
ontleend, Rameau zijn Les Paladins en
Haydn zijn Orlando Palatino. In 1625 is
de eerste Orlandogerelateerde opera uitgevoerd:
La liberazione di Ruggiero van
Francesca Caccini (dochter van Giulio Caccini).
Vernieuwing
Normaal wordt de gemoedsgesteldheid in de
Italiaanse opera geuit in een Dacapo-aria.
Vivaldi laat Orlando dit echter doen via
uitgewerkte recitatieven. Met name de waanzinscène
aan het eind van de tweede akte is een prachtig
voorbeeld van zo'n doorgecomponeerd recitatief.
|
|
Synopsis
Akte 1
Het verhaal gaat
over de ridder Orlando die verliefd is op de
Chinese prinses Angelica. Hij achtervolgt haar
overal, je zou kunnen zeggen een stalker avant
la lettre. Angelica is echter verliefd geworden
op de Afrikaans (Moorse) prins Medoro. Ze hebben
een hechte band die vaak op de proef wordt
gesteld, maar die onverbrekelijk blijkt.
Angelica is bang voor Orlando, die als ridder
een grote staat van dienst heeft, en probeert
hem steeds te lijmen, waardoor Orlando denkt dat
zij ook verliefd is op hem.
De opera speelt zich af op het eiland van de
tovenares Alcina. Angelica is op zoek naar haar
geliefde Medoro. Alcina belooft Angelica te
helpen.
Orlando en zijn neef Astolfo komen op en gaan
een gevecht aan totdat ze hun vizier openen (hun
masker afdoen) en elkaar herkennen. Astolfo is
verliefd op Alcina.
Dan komt Bradamante, een vrouwelijke ridder in
mannenkleren die op zoek is naar haar geliefde
Ruggiero die ze ooit heeft bevrijd.
Angelica vindt Medoro terug als schipbreukeling
(in deze opera zijn dat tafels en stoelen die
door elkaar liggen als stilistisch wrakhout).
Daardoor wordt Orlando jaloers. Angelica besluit
hem aan het lijntje te houden door te zeggen dat
Medoro haar broer is. Als Ruggiero opkomt, wordt
hij betoverd door Alcina. Ruggiero is plotseling
verliefd op Alcina, tot grote woede van
Bradamante.
De eerste akte eindigt met twee schitterend
aria's, een liefdesaria van Ruggiero en een
toverachtige aria van Alcina in een haast
spirituele maar ook literaire, scéance-achtige
stijl.
Akte 2
Alcina schept op tegenover Astolfo over haar
veroveringen. Bradamante probeert Astolfo uit
zijn droom te helpen door op het gevaar van
Alcina te wijzen. Dat wordt duidelijk als
Ruggiero opkomt en zijn (eigenlijke) geliefde
Bradamante volledig negeert.
Angelica en Medoro proberen een oplossing te
zoeken voor de opdringerige Orlando. Angelica
doet dat door een listig spel met Orlando die
voor haar een monster moet verslaan waardoor hij
in een onderaardse grot gevangen raakt. Angelica
en Medoro geven elkaar op een verlaten plek het
jawoord. Als Orlando met veel moeite
vrij komt en dit onmtdekt, voelt hij zich
bedrogen en wordt hij waanzinnig.
Ondertussen heeft Bradamante de betovering van
Ruggiero ongedaan gemaakt, maar daarmee is haar
woede nog niet bekoeld.
Akte 3
In de laatste akte moeten alle
conflicten worden opgelost, zoals dat hoort in
een Italiaanse opera. maar niet nadat ze eerst
hoog opgelopen zijn. Orlando wordt steeds
waanzinniger en gaat zelfs hallucineren. Alcina
probeert haar laatste toverkunsten uit. Medoro
verwijt Ruggiero zijn verliefdheid op Alcina,
waarna Ruggiero Angelica verwijt een femme
fatale te zijn die iedere man in het verderf
stort, kijk maar naar Orlando. Het gaat er niet
zachtzinnig aan toe en dat geldt ook voor de
muziek die zeker voor die tijd vernieuwend is:
veel harmonische contrasten en heldere maar zeer
bewogen muzieklijnen zowel voor de zangers als
voor het orkest.
|