






|
Poppea, geliefde van keizer
Nero
Nerone, keizer van het Romeinse Rijk
Ottavia, keizerin en vrouw van Nero
Drusilla, hofdame, verliefd op Ottone
Seneca, oude staatsman, leraar van Nero
Ottone, vroegere minnaar van Poppea
Arnalta, voedster van Poppea
Voedster van Ottavia / Vriend van Seneca
Valetto, page van Ottavia
De Deugd / Damigella
Fortuna / Pallas / Venus
Amor, god van de liefde
Lucano
Tribuun / Liberto
Mercurius / Soldaat / vriend van Seneca
Vriend van Seneca / Tribuun / Consul
Tribuun / Consul
|
|
Danielle de Niese
Philippe Jaroussky
Anna Bonitatibus
Ana Quintans
Max Emanuel Cencic
Antonio Abete
Robert Burt
Josë
Lemos
Suzana Ograjensek
Katherine Watson
Claire Debono
Hanna Bayodi-Hirt
Mathias Vidal
Andreas Wolf
Damian Whiteley
Juan Sancha
David Webb
|








|
Achtergrond
Van madrigaal naar opera
Monteverdi (1567-1643) had al eerder zijn muziek een nieuwe
impuls gegeven door meer aandacht te besteden
aan de tekst en de emoties die daarin verborgen
zaten, de zgn. secondo prattica. In zijn
madrigalen werkte hij dit principe uit, waardoor
deze als het ware een soort mini-operaatjes
werden. Toen Monteverdi zich ging tioeleggen op
het schrijven van opera's, kon hij zijn secondo
prattica nog verder uitwerken. Daardoor is
Monteverdi de eerste grote operacomponist
geworden die verder ging dan alleen maar het
zingend vertellen van het verhaal. Hij liet
(veranderende) emoties uitkomen in de muziek en
voegde koren en extra instrumenten toe.
Libretto
Het libretto is voornamelijk (maar erg
vrij) ontleend aan de Annalen van de
Latijnse schrijver Tacitus (56 v.Chr.-117
n.Chr.), waarin hij de geschiedenis van het
Romeinse Rijk beschrijft van Tiberius tot Nero
(14-68 v. Chr.) De librettist Giovanni Francesco
Busenello (1598-1659), was een groot bepleiter
van het muziektheater en een van de grootste
historische schrijvers van zijn tijd. Hij
schreef o.a. ook het libretto voor Didone
(1641) van Cavalli, collaga en vroegere leerling
van Monteverdi.
In tegenstelling tot voorgaande libretti, waarin
hij putte uit de Griekse mythologie, nam hij nu
een historisch onderwerp als thema: keizer Nero.
Hij zou in 64 v. Chr. zijn vrouw Ottavia van de
troon hebben gestoten en laten vervangen door
zijn maîtresse
Poppea, geënt op
een zekere Sabina Poppaea.
Commerciële
opera
Nadat in 1637 het eerste openbare operatheater
in Venetië zijn
deuren had geopend, besloot de 70-jarige
Monteverdi om voortaan ook grootschalige,
commerciële
opera's te schrijven. Na een tweede uitvoering
in 1651 is de opera niet meer opgevoerd tot de
ontdekking van het manuscript in 1888. Een
tweede (onvolledig) manuscript is gevonden in
1950. Sindsdien is het een van de meest geliefde
en meest uitgevoerde opera's uit de barok.
Meer componisten
Zeer waarschijnlijk is niet alle muziek door de
toen 75-jarige Monteverdi zelf geschreven.
Enkele passages dragen het idioom van jongere
componisten. Wellicht hebben verschillende
componisten onder zijn leiding aan het stuk
gewerkt.
Liefde boven moraal
Het thema van de opera roept nogal wat vragen op
ten aanzien van de moraliteit. Waarom zo'n
gedurfd onderwerp in een tijd waarin de kerk van
Rome zoveel invloed had? Wilde Venetië,
dat niet onder de jurisdictie van Rome viel,
laten zien dat het lak had aan de Roomse moraal
en zijn eigen vrije moraal hanteerde? Hoe het
ook zij, de inhoud nodigt wel uit tot een
moraaldiscussie.
|
|
Synopsis
Proloog
De godinnen Fortuna en Deugd discussiëren
over de vraag wie het meest invloed heeft op het
menselijk handelen. De liefdesgod Amor komt
tussenbeid en beweert dat de liefde het meest
bepalend is. Hij wil dat bewijzen aan de hand
van de verhouding tussen Nero en Poppea.
Akte 1
Ottone komt terug uit de oorlog en vindt
zijn geliefde Poppea in de armen van keizer
Nero. De voedster van Poppea waarschuwt haar
voor de grillen van Nero. Poppea wuift dit weg,
ze is overtuigd van de liefde van Nero.
Ottavia, de vrouw van Nero, bezingt haar lot
samen met Seneca, de leraar van Nero. De godin
Pallas Athene vertelt hem dat zijn leven in
gevaar is vanwege zijn afwijzing van Nero's
buitenechtelijke affaire.
Afgewezen door Poppea doet Ottone een
huwelijksaanzoek naar de hofdame Drusilla die
hier gretig op ingaat.
Akte 2
In zijn tuin hoort Seneca dat hij niet lang
meer te leven heeft. Dit op bevel van Nero die
niet is gediend van de morele verontwaardiging
van Seneca. Te midden van vrienden pleegt hij
zelfmoord. Nero viert dit met zijn hofhouding.
Ottavia vraagt Ottone om Nero te vermoorden.
Daarvoor zal hij zich verkleden als een hofdame
met de kleren van Drusilla. De aanslag mislukt,
maar Poppea herkent de vluchteling: Drusilla.
Akte 3
Drusilla wordt gearresteerd. Uit liefde voor
Ottone bekent ze schuld. Als Nero haar ter dood
veroordeelt, komt Ottone binnen en vertelt de
waarheid. Nero is geroerd door de moed van
Drusilla en spaart haar leven en dat van Ottone
door hem te verbannen. Ottavia ontgaat haar
straf evenmin en ook zij wordt verbannen. Nu
zijn alle obstakels uit de weg geruimd, zodat
Nero met zijn geliefde Poppea kan trouwen .
Ottavia zingt een ontroerend afscheid van Rome
en verdwijnt (in deze uitvoering letterlijk) van
het toneel. Hierna volgt de kroning van Poppea
tot keizerin van Rome. Amor kijkt tevreden toe,
samen met zijn moeder Venus. Nero en Poppea
zingen tot slot het bekende liefdesduet Pur ti
miro.
|