de blauwe links schakelen door naar een locatie op internet
de
groene links zijn luistervoorbeelden

 1. Van polyfonie naar monodie  2. De eerste opera's
1600-1650
 
 3. De opera verovert Europa 
     

Jacopo Peri
1561-1636

In 1598 produceerden Jacopo Peri (muziek) en Ottavio Rinuccini (libretto) de opera Dafne, een volledig eenstemmig gezongen drama.

 

Hiermee was definitief het nieuwe genre van de opera ontstaan.

 

Ook voor de volgende opera Euridice (1600) schreef Rinuccini het libretto, met opnieuw muziek van Peri. Op hetzelfde libretto schreef zijn rivaal Caccini in hetzelfde jaar een opera onder dezelfde naam: L'Euridice. De muziek van Peri's Euridice en Caccini's Euridice is allebei bewaard gebleven. Ze worden beide gezien als de eerste overgeleverde opera. Als ze al uitgevoerd worden, is dat meestal concertant, maar soms beleeft Caccini's Euridice een moderne uitvoering. 

 


Giulio Caccini
1551-1618

In de eerste barokopera's stonden personages uit de Griekse en Romeinse mythologie centraal, zingend en wel. Ze werden uitgevoerd aan de adellijke en pauselijke hoven, vaak ter gelegenheid van een bezoek of een huwelijk. Voor de bezoekers golden deze verhalen als een bevestiging van hun goede stand. Daarom werd ervoor gezorgd dat de opera altijd goed afliep.

 

Later koos men ook andere personages: historische figuren zoals de heilige Alexis, keizer Nero of een Lombardische vorst, of personages uit bekende verhalenboeken zoals La Gerusalemme liberata van Torquato Tasso en Orlando furioso van Ludovico Ariosto.

 

 

 


Claudio Monteverdi
1567-1643

Zoals met alle muziekvormen ontwikkelt de opera zich verder. Het vertellend zingen wordt verfraaid door herhaling, versiering of begeleiding van een extra instrument. Er zou een genie aan te pas komen om de eerste schuchtere schreden af te ronden met een opera waarin de oude en de nieuwe stijl beide voorkwamen, maar waarin het recitatief veel melodieuzer werd en de begeleiding veel meer accent kreeg.

 

Dat genie was Claudio Monterverdi (1567-1643). Hij creëerde de eerste volwaardige opera L'Orfeo waarin de schitterende aria Possente Spirto (Machtige Geest) waarin Orfeus de veerman Charon smeekt hem naar de overkant te varen waar zijn geliefde Eurydice in de onderwereld verblijft. In deze aria zijn duidelijk de muzikale versieringen te horen die de gevoelens van Orfeus moeten ondersteunen.

 

Na Monteverdi zouden andere componisten zijn lijn voortzetten. Francesco Cavalli schreef grote en uitbundige opera's voor adellijke hoven (Ercole amante), Stefano Landi zou het pauselijk hof in Rome zijn opera's schrijven (Il Sant'Alessio).

 


Francesco Cavalli
1602-1676

Farinelli
1705-1782

In 1637 werd in Venetië het eerst openbare operatheater San Cassiano geopend met de Venetiaanse opera Andromeda van Francesco Manelli. (De muziek is helaas verloren gegaan.) Dit zou grote gevolgen hebben voor de ontwikkeling van de opera.

 

Vanaf nu werd het publiek bepalend voor de smaak. Het vroeg om spektakel, op toneel met ingewikkelde machinerieën en in de muziek door muzikale hoogstandjes. Die laatste werden getoond door castraten als Farinelli en diva's als Francesca Cuzzoni, popsterren avant la lettre die hun onderlinge vetes tot op het toneel uitvochten. Over Farinelli is een film gemaakt waarbij de castraatstem is nagebootst door de stem van een countertenor te mixen met de stem van een sopraan met gelijkwaardig timbre. In de film valt Handel letterlijk voor de stem van Farinelli als die zijn eigen Lascia ch'io pianga zingt.


Francesca Cuzzoni
1696-1778

 



© tekst/vormgeving
Ben Verschuren/Carla Gerritzen