vorige opera      volgende opera


Hippolyte et Aricie (1733)
J
ean-Philippe Rameau
libretto Simon-Joseph Pellegrin


Staatsoper Unter den Linden Berlijn 2018


Freiburger Barockorchester
+ Staatopernchor

o.l.v. Simon Rattle
Regie Andreas Morell







     




bestellen cd/dvd
     

 

 

 

 

 

 

 


Aricie
Hippolyte

Phèdre

Thésée

Diane

La Grande Prêtresse de Diana / Une matelote

Pluton

Tisiphone

Mercure

Anna Prohaska

Reinoud van Mechelen

Magdalena Kozena

Gyula Orendt

Elsa Dreisig

Sarah Aristidou

Peter Rose

Roman Trekel

Michael Smallwood

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Achtergrond

Rameau (1683-1764) was bijna 50 toen hij Hippolyte et Aricie schreef en weinig in zijn leven wees erop dat hij op het punt stond een grote nieuwe carrière als operacomponist te beginnen. Hij was beroemd om zijn werken over muziektheorie en boeken met klavecimbelstukken. Het dichtste dat hij bij het schrijven van dramatische muziek kwam was het componeren van een paar wereldlijke cantates en een paar populaire stukken voor de Parijse kermissen.

In het voorjaar van 1733 werd de nieuwe opera doorgenomen in het huis van Rameau's beschermheer, La Pouplinière.

 

De belangrijkste bron voor het libretto door de abt Pellegrin was de beroemde tragedie Phèdre (1677) van Jean Racine.

Modern voor zijn tijd
De muziek van Rameau was erg modern voor zijn tijd. Aanvankelijk ondervond hij veel tegenwerking van de Lully-aanhangers vanwege zijn muzikaal gedurfde aanpak, maar later werd hij Le Grand Rameau genoemd als  een soort componist des vaderlands. Bij Rameau kun je niet wegzwijmelen zoals bij de koninklijke muziek van Lully. Rameau houdt je wakker met zijn rijke en gevarieerde harmonieën. Met zijn rijk geschakeerde (maar ook vaak onvoorbereide) afwisseling tussen hard en zacht, mineur en majeur, zachte violen en trompetten, ondersteunt hij de tekst tot in de finesses. Telemann, een groot kenner en navolger van de Franse muziek, was een groot bewonderaar van Rameau en verdedigde hem tegen de aanval van collega Graun die Rameaus muziek vergeleek met het geblaf van honden.

 

Strijd tussen goden en mensen

Ontmoetingen tussen onsterfelijken en stervelingen - goden en mensen - zijn vaak gespannen en onvoorspelbaar. De twee paren in Rameau's Tragédie lyrique - Hippolyte en Aricie, Thésée en Phèdre - ervaren de macht van de goden aan den lijve door de tussenkomst van Diana, Jupiter, Pluto en Neptunus. Tegelijkertijd barsten voortdurend geestelijke impulsen los, emoties die nauwelijks te beheersen zijn en waartegen het verstand machteloos staat. Verboden passies laaien op en de liefde zoekt haar weg volgens haar eigen wetten. Idylle, mysterie en terreur heersen in gelijke mate, of het nu in het bos, aan zee of in de onderwereld is.

Vol contrasten

Rameau's muziek is genuanceerd en vol contrasten, met een veelheid aan klanken, vormen en expressieve momenten. Diepe ernst gaat gepaard met lichtvoetig vermaak, lyrische innerlijkheid met dramatische accenten, wat resulteert in de ontvouwing van een kosmos, en die zowel de schatten van de Griekse mythe als de magie van de Franse barok onthult.

 

Frans componist en muziektheoreticus. Over zijn jeugd is weinig bekend. Zijn vader was organist in Dijon. Na zijn middelbare studies begon hij aan een muzikale loopbaan. Eerst aan een Jezuïtensemenarie, en om de Italiaanse muziek te leren kennen ging hij in 1701 naar Milaan. In 1702 keerde hij terug in Avignon, en daarna kwam hij in Clermont - Ferrand als organist in de kathedraal. In 1706 ging hij naar Parijs, waar hij organist was van de Jezuïten in de reu Saint - Jacques. Hij publiceerde zijn eerste boek  "de pieces pour clavecin".

Toen hij niet werd aangenomen voor een organistenplaats aan de Ste - Madeleine de  la Cité, ging hij terug naar Dijon, en volgde zijn vader op in de kathedraal de Notre Dame. In 1913 ging hij weer naar Lyon en 1715 weer terug naar Clermont. In deze periode schreef hij voornamelijk kerkmuziek en publiceerde hij ook het eerste deel van zijn muzikale hoofdwerk, "Traite de L' harmonie" (1722). Het werk verwekte opschudding.

In 1723 vestigde hij zich definitief in Parijs, waar hij de volgende jaren als zelfstandig kunstenaar leefde. Vergeefs solliciteerde hij bij de Saint - Paulkathedraal naar de baan van organist. In deze tijd genoot Rameau voornamelijk bekendheid als muziektheoreticus. Toen hij La Pouplinières, pachter van belastingen ontmoette kon hij dankzij de invloed van deze mecenas zijn eerste lyrische werk opzetten, Hippolythe et Aricie (1733). Bij de première kreeg hij veel kritiek van de aanhangers van Lully.

 

Synopsis

 

Proloog
Een ouverture in de typische Lulliaanse stijl gaat vooraf aan de allegorische proloog die zich afspeelt in het bos van Erymanthus waar Diana en Cupido ruzie maken over wie er over de bosbewoners zal heersen. De ruzie wordt beslecht door Jupiter die bepaalt dat de liefde elk jaar één dag over hun harten zal heersen. Diana belooft voor Hippolyte en Aricie te zorgen.


Akte 1
De tempel van Diana
Hippolyte, zoon van Theseus, is verliefd op Aricie, de dochter van Theseus' vijand Pallas. Aricie wordt door Theseus gevangen gehouden. Phaedra, de stiefmoeder van Hippolyte, wil niet dat haar zoon met Aricie trouwt, omdat zij zelf op hem verliefd is.

De godin Diana berispt Phaedra en dwingt haar de tempel te verlaten waar zij priesteres is.


Akte 2
Hades, de onderwereld
Theseus daalt af naar Hades om zijn vriend Pirithous te redden, die gevangen is genomen toen hij de vrouw van Pluto, Proserpina probeerde te verleiden. Pluto weigert Theseus' verzoek om te ruilen of het lot van zijn vriend te delen, maar staat een proces toe. Als Theseus opnieuw verliest, roept hij zijn vader Neptunus aan om hem te bevrijden. Pluto is machteloos om hem tegen te houden. Als Theseus vertrekt, voorspellen de schikgodinnen dat hij in zijn eigen huishouding de hel zal vinden.

 

Akte 3
Theseus' paleis aan zee
Phaedra ontmoet Hippolyte. Hij zweert haar trouw als koningin en doet afstand van de troon aan de zoon van Theseus en Phaedra, zijn halfbroer. Hij stelt het samenzijn met Aricia boven alles. Terwijl ze haar dromen ziet afbrokkelen, bekent Phaedra haar passie. Hippolyte is geschokt en vervloekt haar. Phaedra probeert zichzelf te doden met een zwaard, maar Hippolyte pakt het van haar af. Op dat moment komt Theseus onverwachts binnen. Hij denkt dat Hippolyte zijn vrouw probeerde te verkrachten.


Akte 4
Een bos gewijd aan Diana bij de zee
Hippolyte gaat in ballingschap en Aricia belooft met hem mee te gaan als zijn vrouw met de godin Diana als hun getuige. Een monster duikt plotseling op uit de zee - het instrument van Theseus' straf. Hippolyte probeert het te bestrijden, maar verdwijnt in een wolk van vlammen. Phaedra arriveert, radeloos, en geeft toe dat zij de oorzaak is van Hippolytes dood.


Akte 5
Een aan Diana gewijd bos bij de zee
Aricie wordt wakker, nog steeds rouwend om Hippolyte. Diana vertelt haar dat ze een man heeft gevonden voor het meisje, maar Aricie is ontroostbaar totdat de godin onthult dat Hippolyte noig leeft. Diana benoemt Hippolyte tot koning van haar volk.